De senioren van Gelderland-Zuid
Tien over rood, een waargebeurd verhaal!
Tien over rood!
In Beek
bij
Nijmegen
woonde
in de
2
e
helft
van de
vorige
eeuw
een
man die te
goeder
naam
en
faam
bekend
stond
in
het
dorp,
hij
had
een
eigen
bedrijf
en
een
keurig
gezin
. Om
herkenning
te
voorkomen
noemen
hem
maar
Mr X.
Zo
heel af en toe
liet
de geest van de man hem in de
steek
en
dan
moesten
er
psycho-artsen
bij
komen
om
hem weer
een
beetje
in
z’n
normale
doen
te
krijgen
,
kortom
zo
nu en
dan
zat
er
een
steekje
los. De
huisarts
kende
de
situatie
en
bij
een
vorig
steekje
was Mr X
zelfs
een
beetje
agressief
geworden
. De ambulance en de
politie
moesten
er
bij
komen
om
hem,
zonder
in de
buurt
opzien
te
baren
,
“fatsoenlijk”
tijdelijk
ergens
voor
herstel
te
kunnen
onderbrengen
.
Op een ochtend kwam de huisarts aan het bureau in Beek om te vertellen dat Mr. X weer last van z’n steekje had en de huisarts verzocht de politie om assistentie. De Burgemeester had al een KZ-verklaring afgegeven en de Kantonrechter moest dat bekrachtigen. Bij de Kantonrechter zou een wagen van de inrichting klaar staan om hem naar z’n bestemming te brengen.
Twee dappere wachtmeesters van de groep Ubbergen vergezelden de huisarts naar het bekende adres. Mr. X werd meteen opstandig, want, zo zei hij, hij wilde net gaan biljarten. Een van de wachtmeesters kreeg een ingeving en zei dat ze hem wel naar het Biljardpaleis in Nijmegen wilden brengen. “Nou”, zei Mr.X “daar ben ik nog nooit geweest, dat zou hartstikke leuk zijn”.
Mr.X zou mee naar het bureau rijden en daar zou de Opper (de opperwachtmeester van dienst) naar het Biljardpaleis bellen om te zien of ze er terecht konden. De man ging zonder problemen mee. De huisarts slaakte een zucht van verlichting.
Op het bureau aangekomen werd de man in de keuken van het groepsbureau geposteerd en aan de Opper werd gevraagd om even naar het Biljardpaleis te bellen. Ik werkelijkheid moest het gerechtsgebouw gebeld worden om te horen of ze meteen terecht konden. De Kantonrechter moest de man immers zien.
Ondertussen
begon
de man
zenuwachtig
te
worden
, want
hij
had
wel
zin
in
een
spelletje
biljard
. Of
hij
hier
niet
met
een
van de
wachtmeesters
op de
keukentafel
“tien
over rood”
kon
oefenen
.
Natuurlijk
, kan
altijd
. Er
kwam
een
bezemsteel
uit
de
bijkeuken
en
drie
suikerklontjes
fungeerden
als
biljardballen
. Na 5
minuten
vond
Mr X dat de
ballen
niet
rolden
.
“Nou”
,
zei
de
andere
wachtmeester
,
”als
je door
blijft
oefenen
,
worden
ze
vanzelf
rond”
. De man was weer
gerustgesteld
en
ging
onverdroten
aan
het
oefenen
. De
wachtmeesters
begonnen
te
zweten (ook omdat zij 30 keer suikerklontjes moesten oprapen)
en
vroegen
zich
af hoe
lang
ze
dat nog
konden
volhouden
. De
opper
bracht
het
antwoord
,
ze
konden
meteen
terecht
,
ze
moesten
dan
wel
met de GSA via de
zijingang
naar
binnen
rijden
.
En zo geschiedde. Aangekomen op de van Schevickhavenstraat, zei de man dat ze verkeerd waren. “Nee”, zei een van de wachtmeesters, “We moeten eerst de biljardballen ophalen”.
De man was weer gerustgesteld. Hij vond het logisch. De GSA werd achter het Kantongerecht geparkeerd en met z’n drieën gingen ze naar binnen. Een van de wachtmeesters zag kans om in het kort de verplegers van de inrichting te informeren en stelde toen een van hen aan Mr.X voor als de eigenaar van het Biljardpaleis. Mr.X vond het een hele eer dat hij de eigenaar een hand mocht geven. De wachtmeesters namen afscheid en wensten Mr.X een fijne wedstrijd.
Een maand of drie later, hoorde een van de wachtmeesters dat Mr. X weer thuis was. Bij toeval kwam hij hem op de Rijksstraatweg tegen. De wachtmeester vroeg hem hoe het met hem ging. De man keek hem vragend aan met een wantrouwende blik in zijn ogen. “Goed”, zei hij. Toen kwam de belangrijke vraag: ”Speel je nog weleens tien over rood”?
Mr. X begreep er niks van: “Tien over rood? Wat is dat?”
Constant Theunissen
Dit verhaal in Beek is waar gebeurd, al moet gezegd worden dat met de werkelijkheid soms een loopje werd genomen.
U moet maar zo denken, bij schrijvers zit af en toe ook wel een steekje los.